Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Waar hun [42]worm niet sterft, en het [43]vuur niet uitgeblust wordt. 42. Dat is, hun wroegende conscientie, die als een worm hen altijd zal knagen; Rom.2:5,9. 43. Dat is, de straf van Gods toorn, die hier een onuitblusselijk vuur genoemd wordt, omdat de pijn van het vuur onverdragelijk is, en deze straf nimmermeer ophoudt; Jer.7:20; Openb.20:10.